| 
  • If you are citizen of an European Union member nation, you may not use this service unless you are at least 16 years old.

  • You already know Dokkio is an AI-powered assistant to organize & manage your digital files & messages. Very soon, Dokkio will support Outlook as well as One Drive. Check it out today!

View
 

Weeshuizen en momberstellingen

Page history last edited by Karel van den Berg 15 years, 5 months ago

bron foto links: Bert van den Berg (gegevens over schilderij nazoeken)

bron foto rechts:http://www.gevelstenen.net/kerninventarisatie/plaatsenNed/Kampen1.htm

 

Hierboven zie je een foto van een schilderij van het weeshuis aan de Vloeddijk 39 te Kampen. Het is het armenweeshuis, ook wel "Werck- of Kynderhuys" genoemd, waar de wezen met spinnen en weven de kost moesten verdienen.Hier moeten op 01-04-1751 de broers Jan (13 jaar oud) en Teijs van den Berg (11 jaar oud), wezen van Daniël van den Berg en Johanna Worst (die overigens bij de volkstelling in 1748 Johanna van het Kinderhuys genoemd werd), zijn opgenomen. Zij moeten dan door het poortje rechts zijn gekomen. Om te begrijpen waar Jan en Teijs in terechtkwamen is het de moeite waard om eens beter te kijken naar de gevelsteen en de daarop aangebrachte teksten.

 

 

 

 

De tekst op het schild geeft aan wat het doel van het weeshuis was:

 

I.C.D

MY HEEFT DE WET

ALHIER GESET

DAT EER EN DEVGT

IN IONGE IEVGT

DOOR ARBEID VROET

EN VROOM GEMOET 

WERT INGEPLANT

TOT GOEDEN STANT

Ao 1627

 

 

De tekst op het plakkaat dat daaronder geeft informatie over een restauratie in 1719:

DIT OVER OUD GESTIGT EEN HERBERG VOOR DE WEESEN WIERD MET EEN ZWAARE VAL GEDREYGD

VRY BINNENKORT OF WAS MISSCHIEN NU AL TEN GRONDE NEER GESTORT

TEN WAAR OPZIENDREN VLYT EN VAADREN ZORG GEPREEZEN

HIER IN GANSCH TYDIG HAD DOOR KONST EN KRAGT VOORZ(ien)

MEN ZAL DEEZ TROUHEID IN GEHUIGEN BEST BEWAAREN DOORT TYDMERK DAT MEN SCHREF

WAS ZEVENHONDERT EN ZUIZEND BOVEN HET GETAL VAN NEGENTIEN

ZYNDE DOEN TERTYD PROVISOOREN DE HEEREN BORGem IOHAN VAN DER WENDE EN IOANNES TOLLIUS EN BUYTEN VADEREN ROELOF EGBERTZEN STORM EN ALBERT DE HAAN ALS REGEERENDE

 

Ook Jan en Tijs werden tewerkgesteld. In de registers van de dagbesteding vinden we dat Jan in 1755 bij Willem van der Straten en in 1757 bij Ecbartus Voerman uitbesteed was. Deze was tinnengieter. Jan verdiende in 1755 -- 7 -- (7 stuivers) en in 1757 -- 9 -- (9 stuivers). Tijs staat in 1760 vermeld bij Frans Krop, die nog ca 5 andere wezen in dienst had. Ook Tijs verdiende 9 stuivers. Informatie over geld uit die tijd vind je op de volgende sites: www.geneaknowhow.net/faq/dagelijks-leven/geld.htmhome.planet.nl/~kloe0040/andel/eenheden.htm en http://www.ppsimons.nl/stamboom/munten.htm

 

Reglementen en dagindeling

 

Het schilderij van het weeshuis (boven aan de pagina) hangt in het stadsmuseum te Kampen, waar ook de volgende informatie vandaan komt:

"De weeshuizen namen niet alleen wezen op, maar ook vondelingen en verlaten kinderen. In het grootburgerweeshuis werden sinds 1657 alleen nog kinderen van zogenaamde grootburgers toegelaten; voor andere groepen was al in 1625 het "Werck- of Kynderhuys" opgericht, waar met spinnen en weven de kost moest worden verdiend.

De stedelijke overheid stelde reglementen op waarin de wijze van toelating van weeskinderen, hun opvoeding en verzorging en de dagindeling van het huis werd vastgelegd.

 

Hieronder volgen eerst de reglementen en instructies voor de binnenvader en -moeder uit de tijd dat Jan en Thijs er zaten (heb je een jaartal Karel?)Gezien handschrift en taalgebruik rond 1750. Er stond geen jaartal op.

 

De vader is verplicht:

-De hof ten voordele van ’t huis in orde te houden.

-Het zaad dat verschoten is om de 8 dagen in zakken doen en wegen opdat ’t gemalen wordt.

-De buitenplaats alle vrijdagen in orde te harken

-Vlees zouten en op zijn tijd te roken

-Des middags en des avonds als er gegeten wordt aan de tafel de kinderen behoorlijk te laten bidden en (bijbel)lezen

-Des morgens als de kleinen eten de zelven eerst te laten bidden

-Voor vader, moeder en de kinderen als ze uit enen pot eten, koken en met vet stoven

-Tweemaal in de week vlees koken. En zo vader en moeder mochten verkiezen om meer vlees te eten dan tweemaal, dan zo ruim koken dat er een stuk overblijft

-Het vlees zal des vrijdagavond en des woensdag door de buitenvaders gegeven worden ieder op zijn beurt en zullen ook bij het verdelen des middags tegenwoordig moeten zijn en de sleutel van het vlees onder hun beheer houden

-Des vrijdagmiddags als de buitenvaders in het huis zijn zal de binnenvader de lijst van het eten voor de volgende week moeten vragen alsmede al wat nodig is

-De binnenmoeder zal moeten zorgen dat het eten als het gaar is uit de ketel gedaan wordt. En verder dat de schotels, borden en alles wat gebruikt wordt goed gereinigd en op zijn tijd geschuurd zal worden en ook dat op de vleesdag de borden gebruikt worden

-En dat het gehele huis zindelijk en klaar gehouden wordt. En ook dat iedere morgen door vader en moeder de slaapkamers geïnspecteerd worden en de secreten (toiletten) in orde zijn. Moeder zal ook moeten zorg dragen dat de bedden worden afgehaald en behoorlijk gelucht en opgemaakt worden door de grote meiden

-Vader en moeder zullen ook moeten zorg dragen dat wanneer er zieken zijn, er op die behoorlijk opgepast en verzorgd wordt. En er iemand bij zetten om op te passen.

-En verder dat de kinderen op woensdag en zaterdag gekamd worden en des zaterdags verschoond en gereinigd zo als het behoort en ieder van de grote meiden daar toe verplicht te houden. En verder dat de kinderen niet met kapot goed, kousen of schoenen lopen maar op zijn tijd behoorlijk gemaakt wordt en zich zoveel mogelijk aan de huiskleding houdt

-Moeder zal ook als het huis goed gewassen wordt het zelve moeten nazien of het schoon is en de wassers en blekers controleren of het goed gedaan is en bij mankementen er over klagen

-Alle emolementen als penningen, schoenen, halsdoeken, …..das het nieuwjaar aanschaffen, als ook koffiebonensiroop dat wekelijks gegeven wordt ………….Gokola of zelve melk……een doseur of verhoging in tractement in eens(??)

-Nog een voorstel om al het goed tot kousen en schoene ongesloten te nummeren van al die kinderen die in het huis van no 3 tot 62 toe en daar een boek van te maken met de naam van het kind achter het nummer. (Dit alles) opdat dan het goed niet verruilt of vermist kan worden of men moet het ontdekken en de vader verplichten om daar een ieder recht in te verschaffen op de wijze als bij ‘t …. Opdat een ieder dan zijn eigen goed moet dragen

-Aan de kinderen geen homp brood geven maar een snede. De kleinen naar rato wat minder met ordentelijk boter erop

-Vooral zorgen dat het ingemaakte (voedsel) goed gezuiverd is en er geen kwade desems boven komen en zorgvuldig bewaard wordt

-En wanneer bij het slachten in de herfst er voor gezorgd wordt dat het voor een jaar genoeg is. Dan ook zo aan te leggen dat men er mee (uit) komt

 

Zoals gezegd maakten de buitenvader(s) de financiële balans op. In 1751, het jaar dat Jan en Tijs binnenkwamen, bedroeg de jaarrekening f 6070-12-2, dwz 6070 guldens, 12 stuivers en 2 penningen aan inkomen. De uitgaven waren f 6040-4-14.

Dat jaar waren er 47 jongens en 58 maagden totaal 105 kinderen woonachtig in het huis.

De inkomsten kwamen van gemeentewege, uit de renten van nagelaten goederen, collecten (ommegangen met de schaal) en uit de inkomsten van de jongens en meisjes die uit werken gingen. Over 1751, het jaar liep van eind maart tot eind maart het opvolgende jaar, beliep het afgedragen inkomen van de kinderen f 1527-0-12. Zo’n 75 % van hun verdiensten moesten zij dus afdragen.

De inventaris van het huis laat zien dat op de maagdenslaapkamer 21 bedden stonden en op de jongenskamer 17. 2 tot 3 kinderen sliepen in één bed. Het aantal dekens en kussens bedroeg het dubbele, dus voldoende aanwezig. Gegeten werd er in de grote zaal van tinnen schotels. De ziekenkamer was ingericht met 4 bedden, 1 klein bed, 5 dekens, 4 paar gordijnen en 4 vallen (toiletten). Het weeshuis had ook een stal met 2 paarden, 7 koeien, 2 bullen(stieren) 2 kalveren en 4 pinken.

Vertrok een kind uit het huis tenzij men ging lopen zoals Thijs, dan kreeg het een uitzet mee. Voor een meisje bestaande uit 1 jack, 1 rok, 1 schort, 2 neusdoeken, 2 schorteldoeken, 4 hemden en 4 onderstel, 4 mutsen, 1 boeselaar, 1 paar kousen, 1 paar schoenen of muilen en aan geld f 2-10.

Voor een jongen 1 rok, 1 broek, een paar schoenen, 1 lock, 2 neusdoeken, 4 hemden, 1 lappe of slaaapmuts en aan geld ook f 2,-10.

 

Men had zich naar behoren te gedragen, anders volgden corrigerende maatregelen.

Zo werden in 1774 Lammert van den Berg (geen familie) en Geertruy Knop die “wegens hoererij bevonden zijnde” tot een voorbeeld gesteld voor de andere kinderen en uit het Armeweeshuis gezet zonder enige uitzet en bovendien wordt hen nog gelast met “malkander” te trouwen daar zij anders de stad uitgezet zullen worden.

De buitenvader las dit voor in het bijzijn van alle kinderen.

N.B. “deese beiden zijn in haer iederdaagse kleederen uyt het huys gegaen dog egter uyt mede lijden aen de jongelieden een hemd boven dat hij aen had e 2 dassen en aen de meid ook een …. en 2 halsdoeken en geld f 1-2-0.

 

Voorwaar een niet mis te verstane straf !

 

Bronnen:

-          Reglementen en instructies burgerweeshuis (1750-1914) O.A.K. weeshuis nr 157

-          Register van de wezen die door het armeweeshuishuis onderhouden worden (1653). O.A.K. nr 290

-          Register van de jaarlijkse uitbesteding van weeskinderen (1750-1805) O.A.K. nr 293

-          ’t Boek van ’t armehuis, rekeningen O.A.K. gedeponeerde stukken weeshuis

Ingekomen stukken Burgerweeshuis 1737-1850  O.A.K. weeshuis nr 163

 

Regels van het Gereformeerd Armenweeshuis uit de periode 1813-1854:

 

De wijze van toelating

 

De voogden of familieleden van de wezen dienden bij het gemeentebestuur een verzoek in tot opname. De regenten van het weeshuis gaven hierover hun advies, waarna de gemeenteraad besliste. Aan de meeste verzoeken werd voldaan.

 

Opvoeding en verzorging

 

Deregenten steldenm zich ten doel de kinderen "gehoorzaamheid, zedigheid en ondergeschiktheid" bij te brengen; er werd verwacht dat ze een "godsdienstig en vreedzaam leven" leidden. De jongere kinderen gingen naar school om er te lezen, schrijven, rekenen en eventueel Frans te leren. De schooldag was 6 á 6 ½uur lang. De oudere jongens en meisjes volgden een opleiding als ambachtsman of dienstmeid. Op hun 25ste jaar dienden zij het weeshuis te verlaten en de kost voor zichzelf te gaan verdienen. De binnenvader en de regenten bemiddelden bij het zoeken van een betrekking.

 

De dagindeling

 

De binnenvader zorgde ervoor dat de jongens op tijd opstonden, zich wasten en aankleedden en aan het ontbijt gingen; de binnenmoeder deed dit voor de meisjes. Na het ontbijt, dat uit boterhammen bestond, gingen de kinderen naar school, naar hun werkbaas of naar hun naaijuffrouw.

Om 12 uur 's middags dienden ze weer binnen te zijn; dan werd er warm gegeten. Er kwamen aardappelen met groente op tafel, twee keer per week vlees en zo mogelijk één keer vis.

Na school- en werktijd was er gelegenheid voor spel. Het avondmaal bestond uit pap.

Om half 8 was het bedtijd voor de kleinere kinderen, om half 10 voor de groteren.

Op zon- en feestdagen ging men twee keer naar de kerk onder leiding van de binnenvader. Soms werd er een familiebezoek afgelegd of ging men uit."

 

Momberstelling

 

Nadat Jan Hermen van den Berg in december 1794 begraven was, woonden zijn jongere kinderen Gerrit, Berend, Anna en Willem in bij de oudste zoon Daniël. Op 30-08-1796 werden volgens het momberboek Claes Hoesbergen en Lammert Bos als voogden aangesteld over Gerrit, Berend, Anna en Willem. Gerrit bedankt op 18-06-1803 zijn voogden (27 jaar oud), Berend bedankt op 24-05-1802 (22 jaar oud, hij trouwt een maand later). Van Anna en Willem zijn nog geen bedankjes gevonden.

De voogd Klaas Hoesbergen deed op 28/3 1783 de eed op de instructie als commissaris van het aantekenen der pakjes op de gewone veren. In 1785 en 1797 een eed op de door de politieke situatie geïnduceerde gewijzigde instructies. Het werk hield in dat hij de vrachtlijsten maakten op de veerschepen etc. Klaas Hoesbergen overleed in 1803, op 13 december werd hij begraven. Als keurmeester trijpwever op 5/7 1779 komt hij onder de naam Claas Hoesberg voor, idem op 4/7 1797 als Claas Hoesbergen. 

Van of over Lambert Bos tot nu toe niets gevonden. Dit moet nog worden uitgezocht.  Doen we dit hierbij? Ik wil ook een kopie uit dit momberboek plaatsen als afbeelding.Lijkt me goed idee! Waarschijnlijk bleven de jongere kinderen nog een tijd lang bij hun oudere broer Daniël in huis wonen, want er zijn in die periode geen inschrijvingen in het weeshuis gevonden.

 

Momber

Let op: Spelling (deels) uit 1864:

*...BAAR,

*...BOIR,

*...BOOR, m. (-s), voogd, verzorger van weezen; de wees- en momboirkamer, beheer van nalatenschappen in afwachting van het opkomen der daarop regthebbenden.

~DIJ,

*...BARDIJ, v.

~SCHAP, o. voogdij, voogdijschap.

~KIND, o. (-eren), wees onder voogdij.

~SCHE, v. (-n), voogdes.

Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/cali003nieu01

 

Comments (1)

karel van den berg said

at 9:31 pm on Aug 14, 2008

Dit is een mooi en duidelijk verhaal. Probeer het aan jou over te brengen via deze Wiki, kijken of het nu lukt.

You don't have permission to comment on this page.